vrijdag 6 september 2013

Jan Timmermans deel drie (slot)

vrijdag 24 december 2010














Dit is dan deel drie over mijn broer jan. In het vorige deel had ik geschreven dat Jan een oorlogsdagboek had bijgehouden en dat hij dit vlak voor zijn dood heeft vernietigd.
Tussen de foto's die ik later kreeg vond ik deze twee briefjes. Een gedicht die hij waarschijnlijk reglmatig op de wc op het werk geschreven heeft. Hij moest zo vaak daar naar toe, we wisten niet wat er aan de hand was.
Ik heb het ontcijferd en er staat het volgende

Ode aan de pot

Hoor edele pot O roem van alle tijden
Wil op dit aan jou mijn dichtkust wijden

Ik weet dat je trouw aan je plichten
Zo menig druk wist te verlichten

En was de nood soms hoog gestegen
Je was tot redding steeds genegen

Het is bekend dat je zonder te klagen
Ons altijd moedig hebt gedragen

Hoe gelen, zwarten, bruine en blonden
Bij jou steeds hun verlossing vonden

Helaas ik weet schoonste pot der potten
Dat men zo vaak met jou gaat spotten

Onmisbaar stuk van ’t huwelijkse leven
Wil ons dit toch wel vergeven

Oh dat het mensdom op deze aarde
Jou respecteerde op je waarde

O machtige held nooit uitgestreden
Hoe roemrijk is je verleden

Je was ons voor in krijgskunst en in listen
Explosies heb je meegemaakt voor wij van buskruit wisten

Een trommelvuur had je reeds opgevangen
Toen wij nog pijl en boog aan ’t lichaam hadden hangen

En eer wij gifgassen hadden uitgevonden
Wist jij mijn pot dat die eeuwen reeds bestonden

Ja men gebruikte jou steeds vol vertrouwen
De vreemdste dingen kreeg jij te aan schouwen

Want armen en ook rijken
Lieten jou hun achterdeel bekijken

Je zag ze groot en zag ze klein, van vorsten en vorstinnen

En of je zo’n gezicht nu zag heel verschrompeld
Je bleef altijd jezelf en was nooit overrompeld

Helaas kreeg je van alle naties
Stank voor dank voor jou prestaties

Och dat komende nageslachten
Hier nog eens verandering in brachten

Maar toch ga voort, draag willig je lasten
En val niet om als we in duister naar je tasten

Dan kan het zijn dat je in betere dagen
Nog eens tot ridder wordt geslagen

Een mooi gedicht dat ik hier toch in dit blog wilde verwerken.
Jan en Henk, wat hebben die gemeen:
Schrijven, soms in ons zelf gekeerd, soms rust-soms woede uitbarstingen, wandelen,het sociaal gevoel en de betrokkenheid van de arbeidsverhoudingen, haat liefde verhouding met de Duitsers en Duitsland, kennen veel liedjes heel hard zingen en geen maat houden, kunnen niet dansen, lusten best een cognacje of borreltje, houden wel van carnaval maar op onze eigen manier.
En onze andere broer Bart? toch net andere gaven

Denk dat Jan een groot gesloten boek is gebleven en dat niemand hem ooit echt gekend heeft.

Een broer die ik in de hoedanigheid van broer niet gezien hebt.
Ik heb bewondering voor de gesloten manier van leven, was soms wel lastig.
Hij kon uren bij je zitten zonder wat te zeggen.
Veel te vroeg gestorven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten